Ik heb mijn jeugd gesleten bij de JNM. De Jeugdbond voor Natuurstudie en Milieubescherming. De JNM is speciaal: er is niet echt leiding, het nationale bestuur is in handen van studenten en je doet dingen zoals braakballen ontleden of een kruispunt bezetten om de natuur te beschermen.
Toen ik in de JNM zat was natuurstudie en milieubescherming niet zo hip. De buitenwereld keek raar naar je, maar binnen de JNM maakte je de beste vrienden.
En dus vond je me vanaf de jaren 90 tot 2005 in een bos, zoekend naar de rode veldspitsmuis, of op een betoging, strijdend voor de habitat van de rode veldspitsmuis. We waren zeer onpopulair, but who cares, I loved it.
Eén ding zat me echter zeer dwars. Het kon me niet schelen dat mijn schooldirecteur mij een rare vond omdat ik vegetariër was. Maar wat ik erg vond was dat we in onze club debatteerden over hoe verontrustend die klimaatopwarming was terwijl mijn klasgenoten mijn spreekbeurten over dat onderwerp in het beste geval ‘raar’ vonden, en in de meeste gevallen onnozel.
Daar moest ik iets mee doen. Ik werd creatief, zo kon ik milieuvriendelijke dingen cooler maken.
En dat is dat eigenlijk. Wij maken duurzaam cool om te doen.
En met altijd maar meer overtuiging. Al hebben we intussen andere klanten dan in het begin, werken we zeker niet enkel voor NGO’s meer (de meeste van onze klanten zijn industriële bedrijven), we hebben geen microgram engagement verloren.
Integendeel: de strijd voor positieve verandering woedt intenser dan ooit in mijn hoofd.
En dat is omdat ik steeds meer leer hoe een gigantische invloed marketing op ons gedrag heeft. Dat maakt me blij, want zo kunnen we bedrijven met duurzame intenties helpen om hun boodschap te verspreiden, maar het maakt onze job ook dwingender, want even goed zijn er talloze reclames voor spullen en diensten die slecht zijn voor ons, voor de mensen die ze maken en voor de planeet.
Onze tactiek is om van duurzaam het best vertelde verhaal ooit te maken. Wij zoeken mensen die dat met ons willen doen. Die het zonde vinden dat hun talent in de reclame niet wordt ingezet om de economie ten goede te veranderen.
In de JNM hadden we een boekje waarin we dingen aan elkaar schreven: het heette ‘den Beerput’ en eigenlijk was het een grappiger versie van social media. Het boekje ging rond en we schreven er vettige moppen in, grappige anekdotes, ontroerende smeekbedes voor meer natuurbescherming en strijdliederen.
Ik zoek iemand aan wie ik kan schrijven: jij maakt reclame terug zinvol. Dankzij jou strategisch inzicht, klantgerichtheid en je geloof in de duurzame economie. Blij dat ik je gevonden heb.
Comments